Korte verhalen

Terug

Balans en duurzaamheid: dé uitdaging voor de mensheid

Uiteindelijk draait alles om het bereiken en het behouden van een balans. Zolang iets niet in balans is, vereist het energie om het stabiel te houden. Alle energie is eindig en iets dat energie nodig heeft om het aan de praat te houden, kan niet duurzaam zijn. Hoe lang je de onbalans kunt handhaven, hangt af van de energiebron die wordt gebruikt, maar het is verstandig – en een voorwaarde voor goed beleid – dat er tijdig wordt nagedacht over wat er te doen staat als een energiebron uitgeput raakt. Tijdig, zodat er balans is vóórdat de anders onvermijdelijke situatie realiteit wordt en zodat de continuïteit van een leefbare omgeving gewaarborgd wordt.

Groei versus duurzaamheid - Kranky © 2006

Het waarborgen van de continuïteit is de verantwoordelijkheid van de op enig moment levende generaties. Het is dwaas om die cruciale verantwoordelijkheid over te laten aan de zittende machthebbers, met hun kortetermijnagenda voor het behoud van de macht. Evenmin kan het acceptabel zijn om de verantwoording door te schuiven naar de toekomstige aardbewoners.

Voor het waarborgen van de continuïteit spelen veel zaken een rol, maar eindigheid en duurzaamheid horen daar zeker bij. Wij verbruiken massale hoeveelheden niet-hernieuwbare grondstoffen. Dat is niet te rijmen met duurzaamheid. We moeten erin slagen om onafhankelijk te worden van eindige grondstoffen.

Hergebruik maakt het mogelijk om zonder grote verliezen heel lang gebruik te blijven maken van allerlei ertsen en de materialen die daarvan worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld ijzer. Maar de daarbij benodigde energie, bijvoorbeeld uit olie of steenkool, is eindig. Kernenergie biedt ook geen oplossing. De grondstoffen daarvoor zijn ook eindig. Daarbovenop komt de afvalproblematiek, die zijn schaduw veel te ver vooruit werpt. Dat alles gaat gepaard met een niet-kwantificeerbaar risico voor de veiligheid.

Hoewel er volgens sommige geleerden nog voor honderden jaren reserves zijn van onze eindige energiebronnen, neemt dat het sleutelwoord niet weg: eindig. We zullen die restvoorraden heel hard nodig hebben om de tijd die ons nog rest om werkelijk duurzaam te kunnen worden, te overbruggen. Dat is immers de tijd die ons en de generaties na ons rest, om in te grijpen en bij te sturen, voordat die voorraden definitief uitgeput zijn. Werkelijk duurzaam betekent onafhankelijk van eindigheid: in balans. De weg daarnaartoe is lang en zal niet mogelijk blijken zonder grote maatschappelijke veranderingen. Angst voor het draconische karakter van opgelegde maatregelen (bijv. één-kind-politiek) en de manier waarop die doorgevoerd zouden worden, zou alleen al een grote motivatie voor de maatschappij moeten zijn om van de benodigde veranderingen een gemeenschappelijk gedragen project te maken, als de overtuiging dat het beter kan, op zich niet volstaat. De doorlooptijd van zo’n massaal project is van dien aard, dat het tijd is er een bewust begin mee te maken.

Om werkelijk duurzaam te worden, willen we een maatschappij nastreven die in balans is en in staat is die balans te handhaven. Een maatschappij, die genoeg heeft aan de energie die duurzaam beschikbaar is op deze aarde, met grote aandacht voor de milieugevolgen bij de winning ervan. We zullen zon, wind en waterkracht als natuurlijke energiebronnen moeten optimaliseren. Dat zal nooit genoeg zijn om te voorzien in het niveau van de huidige energiebehoefte. Die behoefte ligt op een niveau dat nooit duurzaam ingevuld kán worden. De ‘footprint’ van welvarende landen zou – als dat niveau de mondiale norm zou worden – drie en een halve planeet nodig hebben om duurzaam te kunnen zijn. Zolang we het met onze eigen planeet moeten doen, zal onze huidige voetafdruk 3,5 keer kleiner moeten worden.

We zullen naar een situatie toe moeten, waarbij we de benodigde energie natuurlijk kunnen opwekken én kunnen opslaan op een manier die we zodanig kunnen regelen, dat we in balans met onze behoefte de natuurlijke bronnen benutten. Dat is nu nog science fiction, maar het is niet onhaalbaar. De beschikbare energie zal echter beperkt zijn. De hoeveelheid energie die opgewekt en gereguleerd verbruikt kan worden, bepaalt, in combinatie met het gemiddelde verbruik per bewoner van de aarde, voor hoeveel mensen er op deze aardbodem plaats is. Hoeveel mensen er op deze aarde duurzaam zullen kunnen leven. Als je de huidige voetafdruk van de westerse mens daar op los zou laten, dan zou je op een bewonersaantal uitkomen dat tussen de anderhalf en twee miljard mensen ligt.

De studie naar deze twee variabelen – hoeveel heeft de mens gemiddeld werkelijk nodig om op een aanvaardbaar niveau van luxe en comfort te leven en hoeveel energie kan er op basis van natuurlijke energiebronnen gereguleerd beschikbaar gemaakt worden – zou vele generaties academici en technologen bezig kunnen houden. De uitkomst van die studies zou tot een visie leiden ten aanzien van het aantal plaatsen dat er op deze aarde duurzaam beschikbaar zal zijn. Als dit aantal inderdaad wezenlijk lager ligt dan de huidige zeven miljard, dan heeft dat grote gevolgen, die alleen door de factor tijd en acceptatie tot aanvaardbare proporties teruggebracht kan worden; veel tijd en veel begrip. De sociale orde die gedurende die tijd op de aarde zal heersen, zal grote invloed hebben op de invulling van dat plaatje. Vrije mensen verbruiken immers minder dan de meesters met hun dienaren. Als we ervan uitgaan dat we allen gelijkwaardig zijn, dan willen we de keuze hebben of we een dienende of zelfstandige rol willen vervullen.

De maatschappelijke gevolgen van deze onvermijdelijke, maar vandaag nog veelal ontkende, ontwikkelingen zijn van dien aard, dat ze niet aan de huidige economisch gedreven – en daardoor op groei gerichte – machthebbers overgelaten mogen worden. De invulling moet groeien vanuit de bevolking. Kiezen voor het model van meesters en dienaren is onherroepelijk het accepteren van oorlog en onderdrukking. De wal keert het schip. De mensheid zou zelf kunnen zorgen dat het zover niet komt, door te accepteren dat de wereldbevolking naar een bepaalde grootte zal moeten krimpen. Minder kinderen die we met meer aandacht kunnen opvoeden in een evenwichtiger samenleving.

Het ontwikkelen van dit brede maatschappelijke besef stelt ook voortdurende eisen aan de volwasseneneducatie. We zullen als maatschappij onze verantwoordelijkheid moeten willen en kunnen nemen. De Macht van Tien doet voorstellen hoe we deze weg kunnen inslaan.

Natuurlijk, alle energie is eindig. Ook de zon zal een keer uitdoven. Dat gaat echter voorbij aan deze planningsfase. De eindigheid van de olie en de voor onze planeet vereiste duurzaamheid horen echter wel zonder meer binnen deze planningsfase. Een samenleving die in balans is, is een duidelijke doelstelling en uitdaging voor de gehele mensheid. Een tijdrovende opgave, waar niet vroeg genoeg aan begonnen kan worden en die de betrokkenheid van ons allen vereist.