Korte verhalen

Terug

Een hapje lunchen aan de overkant van het Kanaal

Ik liep te slenteren over de kade van de jachthaven in Dover. Het was prachtig zonnig, maar er stond geen zuchtje wind. De Noordzee lag erbij als een spiegel. Wij hadden geen haast, maar mogelijk zou er aan het einde van de dag wat wind komen. Dan konden we nog altijd uitvaren, maar voorlopig was bootjes kijken het enige vermaak.

Aan de kop van een steiger lag een knots van een speedboot; die ik even ging bekijken. Het was niet zo’n schreeuwerig beschilderde boot, maar de naam ‘Lucy Belle’ stond er wel met grote letters op. Op weg naar de steiger hoorde ik het geluid van een 12-cilinder. Er kwam een prachtige Aston Martin DB9 aanrijden. Wat een speeltje.

De auto stopte aan het begin van de steiger en de bestuurder deed geen moeite om een parkeerplaats op te zoeken. Hij stapte uit en liep de steiger op, regelrecht naar de speedboot - een offshore powerboat -, waar hij verwelkomd werd door een nautisch geklede heer, die onderdanig “good morning sir” zei. De man antwoordde vriendelijk “good morning Martin” en vertelde Martin, dat hij zijn gasten net voor Dover had ingehaald en dat ze zo wel zouden komen. Hij vroeg of alles in orde was en of de brandstoftanks vol waren. Martin zei dat er ruim 300 gallon aan boord was en dat hij de boot in België zou aftanken alvorens terug te varen. “Het is daar een stuk goedkoper, sir” voegde hij nog toe. “OK, goed denkwerk Martin. Dan neem ik haar hier wel over. Als jij dan de Aston even opzij zet, dan kun je de mensen daar opvangen en ze hiernaartoe doorverwijzen. Ik zie je dan weer in Duinkerken.”

Martin liep langs mij en ik liep voorbij ‘sir’ naar de voorkant van de speedboot, terwijl ik hem een goedemorgen wenste. Hij zei goedemorgen terug en merkte op dat het een heerlijke dag was. Ik voelde mij nu geheel vrij om terug te praten en zei dat het zeker voor de speedboot een ideale dag was. Hij beaamde dat en vertelde dat hij met wat zakenvrienden van de gelegenheid gebruik wilde maken om wat te gaan lunchen in Duinkerken. Wijsneus die ik ben, vertelde ik hem wel, dat de zee na de lunch niet meer zo vlak erbij zou liggen. Maar dat had hij allang bedacht: “Nee, daar heb je gelijk in, maar na een uitgebreide lunch wil ik dit monster sowieso niet meer besturen. Ze heeft drie 575 PK motoren en dan wil je toch wel bij de les zijn om dat te controleren. Martin, mijn kapitein, komt straks met mijn zoon met de helikopter naar Duinkerken. Zij varen de boot dan terug en wij gaan met de heli rechtstreeks terug naar Londen; dat is voor iedereen een ideale oplossing.”

Op dat moment zagen we een Rolls Royce Phantom stoppen en hoorde ik ‘sir’ nog net mompelen “wat zijn dat toch lelijke auto’s geworden.” Ik bevestigde dat, wenste hem een mooie trip en liep weer van de steiger af. Halverwege kwam ik een stel tegen dat echt niet gekleed was voor een boottripje. Lastig lopen op een steiger met tien centimeter hoge hakken. Hij was een jaar of vijftig en zij vast wel de helft, maar ik vroeg me af hoe ze in dat jurkje op een fatsoenlijke wijze aan boord kon komen. Het gezelschap begroette elkaar op cordiale wijze en ‘sir’ hielp zijn gasten in een jack en een zwemvest. Hij assisteerde hen bij het instappen en snoerde de dame aan bakboord en de man aan stuurboord in. ‘Sir’ stapte even terug op de kant en maakte snel voor en achter los, stapte ook in en nam plaats in de centrale bestuurdersstoel. Hij startte een voor een alle drie de motoren en vroeg aan zijn mannelijke passagier de laatste lijn los te gooien. ‘Sir’ had dit duidelijk vaker gedaan.

Hij voer rustig van de steiger weg. Daar kwam Martin weer aan sprinten. Hij maakte de drie landvasten los, nam ook de drie stootwillen in de hand en zei in het voorbijgaan dat hij nu haast moest maken om voor de baas in Duinkerken te zijn. Waarschijnlijk om hem daar weer op te vangen. Aanleggen is immers lastiger dan wegvaren.

Ik was met stomheid geslagen door dit hele tafereel. Terug aan boord ging ik eens even wat huiswerk zitten doen. De tocht naar Duinkerken is ongeveer 45 zeemijl. Dat is een kleine 85 kilometer. Zo’n speedboot kan op dat vlakke water makkelijk 150 kilometer per uur halen, maar waarschijnlijk wordt het dan toch wat te spannend voor onervaren passagiers. Laten we er maar van uitgaan, dat ze er alles bij elkaar drie kwartier over hebben gedaan om naar de overkant te varen. Martin zal het op de terugweg een stuk sneller hebben gedaan met de zoon van de baas erbij. Zeker als hij meteen kon omdraaien, terwijl de zee nog vlak was. Een enkele motor verbruikt op driekwart gas ongeveer 135 liter per uur. In totaal zal de boot tussen de vijf en zes kwartier brandstof verbruikt hebben. Waarschijnlijk heeft de zoon ook nog een stukje mogen sturen, dus laten we er maar van uitgaan dat de boot anderhalf uur heeft gevaren. Dan hebben ze ruim 600 liter brandstof met de speedboot verstookt. Daar kan de gemiddelde familieauto ongeveer 9.000 km mee rijden.

Om dat hele spelletje mogelijk te maken, was echter ook nog de inzet van een helikopter nodig! De hele logistiek rondom dit middagje buitenspelen zal ongetwijfeld nog ingewikkelder zijn geweest, maar laten we aannemen, dat de heli Londen-Dover-Duinkerken-Londen heeft gevlogen en daarvoor ongeveer twee uur nodig heeft gehad. De heli verbruikt ‘slechts’ 100 liter per uur, oftewel het hele grapje heeft in één middag 800 liter brandstof gekost! Genoeg voor 12.000 kilometer met een gemiddelde gezinsauto. Waarschijnlijk betaalt zo’n gezin meer voor de brandstof dan de grootverbruiker, maar uiteindelijk betaalt in de – hopelijk verre – toekomst de gewone man de rekening.

Als je zakenvrienden – een merkwaardig soort vrienden: als je er geen zaken meer mee doet, zijn het geen vrienden meer – op zo’n verkwistende manier wilt verwennen, doe je dat in je eigen belang, maar ten koste van de maatschappij. Na mij de zondvloed… Waarom laten we dat gebeuren? Kunnen we dit soort excessen indammen?

Overigens, als ‘sir’ mij had aangeboden om het ritje mee te maken, dan was ik zonder verder nadenken aan boord gesprongen. Lekker buitenspelen op kosten van een ander, maar uiteindelijk wel ten koste van velen…