Korte verhalen
Waarom teruggrijpen op Keynes?
Zouden we ons bestuur liever door idealisme of door realisme gedreven willen zien? Het idealisme appelleert aan onze emotie, maar onze rede dwingt ons steeds de realistische visie te accepteren. De rede is het domein van de grote denkers. Mensen die wij als helden vereren. Ze kunnen immers beter denken dan de meesten mensen dat kunnen. Het blijven echter wel mensen en ook de grootste denkers maken fouten.
J.M. Keynes 1883 - 1946
Emotie communiceert lastig. Er gaan honderden dingen door je hoofd heen, die alle hun eigen emotionele component hebben en verbaal krijg je er daar maar een paar van over het voetlicht. Het blijft altijd een beetje ontastbaar. De rede daarentegen lijkt helder. Je omschrijft de situatie op hoofdzaken, liefst aan de hand van feiten en cijfers; je omschrijft wat daar goed of verkeerd aan is, hoe het zou moeten zijn en welke wegen dat bereikbaar maken. Een duidelijke onderbouwing, die bovendien makkelijk gecommuniceerd kan worden.
Het is moeilijk om veel vertrouwen te hebben in emotie. De zin: “Geloof me maar, het komt goed” heeft slechts beperkte overtuigingskracht. Omdat we weinig vertrouwen hebben in de emotie, moesten grote denkers het primaat van de rede filosofisch rechtvaardigen. Die gedachten stimuleerden politici en ambtenaren om ervoor te zorgen, dat de macht – op basis van de rede – in de hoogste klassen verankerd bleef, met de middenstand als haar gewillig uitvoeringsorgaan. Daar wordt het goeddeels op emotie levende deel van het volk ondergeschikt aan en afhankelijk van gemaakt. Miljarden mensen leven zo in dienst van miljoenen.
Die miljarden vinden het in principe prettig als er goed voor hen gezorgd wordt; als het leven reilt en zeilt en het natje en het droogje goed verzorgd is, dan mogen de hoge heren zich overal mee bemoeien en oplossingen bedenken. Maar zijn die hoge heren en dames capabel genoeg én emotioneel genoeg om niet in de val van de rede te lopen? De rede heeft namelijk ook zijn beperkingen. Zo zijn alle grote denkers bij elkaar er de afgelopen eeuwen niet in geslaagd een eenduidige visie op de economie te ontwikkelen. Er blijft een groot dispuut tussen intelligente mensen ter onderbouwing van het eigen gelijk.
Voor de problemen die in 2008 de economie stillegden, was er niet zo gauw een oplossing voorhanden en kwamen de denkers van vandaag er niet uit. Omdat we het helemaal niet meer wisten, werd teruggegrepen op instrumenten uit het verleden. We grepen terug op het werk van Keynes om de economie weer op gang te brengen. In de Groene Amsterdammer stond een lezenswaardig artikel over de achtergronden van Keynes (http://www.groene.nl/artikel/de-econoom-met-drie-gezichten). Dat artikel laat zien, dat het onvoorstelbaar is, dat zijn leer vandaag nog immer serieus genomen wordt. Ik kan niet namens de doden denken, maar het zou mij verbazen als zo’n grote – hoewel ook in zijn tijd al feilbare – denker, vandaag de dag met dezelfde receptuur voor de economie zou komen als in de periode tussen de grote oorlogen.
Iedere theorie is uiteindelijk gebaseerd op uitgangspunten, ook de werken van Keynes. Hij choqueerde al zijn collega’s door vast te stellen, dat het gezag van de economie fataal was beschadigd, omdat de gebruikte theorieën niet strookten met de voor iedereen zichtbare werkelijkheid. Keynes sprak op dat moment over volledige werkgelegenheid, nog steeds een utopie, maar hij zou het vandaag de dag net zo goed over duurzaamheid kunnen hebben.
We weten, dat onze samenleving niet duurzaam is en dat het gebrek aan duurzaamheid een reëel en nog steeds groeiend probleem met zich meebrengt. Toch roepen we Keynes van stal om de groei nog maar weer eens te stimuleren. We accepteren verdere achterstand op de duurzaamheid om op dít moment uit de penarie te komen.
Ten tijde van Keynes speelde duurzaamheid geen rol van betekenis. Dat zal zijn denken dan ook niet wezenlijk beïnvloed hebben. Zijn eeuwige groei kende ook toen vermoedelijk al onacceptabele gevolgen, maar zijn reactie daarop was: “De toekomst is veel te onzeker om offers in het heden te aanvaarden.” Gesteund door filosoof Edmund Burke koesterde hij argwaan tegen grote idealen en vergezichten.
De leer van Keynes is ooit tot stand gekomen onder invloed van beperkende filosofische denkbeelden, in een heel ander mondiaal klimaat. De huidige uitdagingen hebben vanwege de duurzaamheidsproblematiek een heel ander karakter dan destijds. De toepassing vandaag de dag van zo’n verouderde leer is misschien wel als misdadig te betrachten. De voetstap op de aarde van de mens is sinds de tijd van Keynes verveelvoudigd. Een niet op de toekomst van de volgende generaties gerichte politiek is dan ook laakbaar. Het is verrassend dat we nog steeds over Keynes moeten praten, dat er nog geen nieuwe helden zijn opgestaan.
De grote denkers, die er vandaag zonder twijfel ook zullen zijn, hebben die heldenstatus misschien niet bereikt, omdat zij lijden onder het fenomeen, dat helden geen problemen mogen signaleren waarvoor ze geen oplossingen zien. Dat zou hun status als denker, en daarmee de bereidheid van de mensen om hen te volgen, ondergraven. Dat leidt dan echter onvermijdelijk tot het ontkennen van het bestaan van het probleem. Het realisme wordt weggedrukt, omdat we er niets mee kunnen. De emotie vertelt ons dan, dat we met iets bezig zijn wat niet klopt, maar dat leidt tot niet veel meer dan onvrede, met alle ongewenste uitingen daarvan.
Idealisme biedt misschien geen duidelijke wegen, maar wel duidelijke doelen. Als we die goed voor ogen hebben, dan kunnen we een realistische inschatting maken van hoe en wanneer we daar kunnen komen. Een maatschappij die gericht zou zijn op idealistische doelen, zou meer steun hebben van de bevolking, omdat haar emotie door dat idealisme inzetbaar is. Leven op de emotie gaat op de automatische piloot, terwijl leven volgens de rede werken is en blijft. Als de realisten de werkelijke waarheid onder ogen zouden durven te zien, dan zouden zij inzien, dat we het zonder een gezonde dosis idealisme niet gaan redden.