Korte verhalen

Terug

We gaan toch niet tóékijken?

We worden overspoeld met vreselijke verhalen over de oorlog in Afghanistan, de dreiging van nucleair geweld uit Iran en Noord-Korea, de nucleaire ramp in Fukushima, de olievervuiling in de Golf van Mexico, de ontbossing van de Amazone, natuurrampen die dichtbevolkte gebieden treffen, het broeikaseffect, de economische malaise, de werkeloosheid en ga zo maar door. Het is zóveel, dat de dreiging van afstomping heel reëel is. Wat kunnen wij er aan doen?

In De Correspondent (www.decorrespondent.nl) verscheen op 18 november een verhaal van Rob Wijnberg onder de titel ‘En Nu?’ Hij gaat in op de veelheid van wat er wordt geschreven over wat er allemaal niet deugt aan deze maatschappij en over wat er allemaal niet kan. Wijnberg zegt ook, dat hij zijn eigen vraag niet gaat beantwoorden: “Het antwoord op de vraag zult u in dit stuk niet aantreffen. Niet alleen omdat ik niet geloof dat hét antwoord op de vraag bestaat: maatschappelijke vooruitgang is nu eenmaal te complex om in een simplistische formule te vangen. Maar vooral ook omdat ik, had hij bestaan, het antwoord niet had durven geven. Ik ben van geen enkele oplossing overtuigd genoeg om als Antwoord te propageren. Ik ben geen politicus. En zeker geen ideoloog.”

Ik denk eigenlijk, dat Wijnberg daarmee wél het antwoord heeft gegeven. Een eenduidig antwoord bestaat niet. Er is geen enkele ideoloog, die een antwoord kan geven, dat past voor alle mensen. Iedere ideoloog zal, vanuit zijn eigen beperkingen, met voor- en tegenstanders te maken krijgen, want de diversiteit van de maatschappij laat zich niet in een enkelvoudige ideologie vangen. Geen enkel boek, dat is geschreven door een individu, zal ooit de harten én hersenen van alle mensen kunnen raken.

Maar er is misschien een alternatief voor die enkelvoudige ideologie: de ideologie van de diversiteit in gebondenheid. Een ideologie die recht doet aan de maatschappelijke diversiteit, maar die uitgaat van respect voor de medemens. We hebben immers tegenwoordig de technologie binnen handbereik, waarmee we een gemeenschappelijk ‘boek’ zouden kunnen schrijven. Een heel dun boek, waarin alleen dát staat, waar we het als mensheid wél over eens kunnen zijn.

In het boek ‘de Macht van Tien’ beschrijf ik hoe zoiets tot stand zou kunnen komen. Dit boek zal hopelijk door velen, maar nooit door iedereen gelezen worden. Het idee erachter zal hopelijk heel veel meer mensen bereiken. De Macht van Tien gaat uit van de onontkoombare gemeenschappelijkheid van onze maatschappij. Een maatschappij, waarbinnen wij allen de behoefte hebben om onszelf te mogen zijn. In deze maatschappij kunnen en moeten we elkaar aanvullen. We mogen onszelf nooit afhankelijk maken van de altijd beperkte kwaliteit van een enkel individu, hoe briljant ook.

Het schrijven van zo’n gemeenschappelijk boek zou één van de doelen van de Macht van Tien kunnen zijn. De Macht van Tien is in eerste instantie gedacht als een bestuursmodel voor het besturen van het onderwijs. Maar als je zo’n mooi bestuursmodel hebt, met de communicatiemogelijkheden die dat biedt, dan zou het jammer zijn om daar geen gebruik van te maken voor de grote ethische vraagstukken van deze tijd. Er wordt zoveel geschreven, het aanbod is zo groot, dat niemand alles kan lezen en er een mening over kan vormen. Als we samen een boek zouden schrijven, dan zouden we er in ieder geval allemaal wel bij betrokken en over geïnformeerd zijn.

De Macht van Tien is op zich geen ideologie waar we ons allemaal aan zouden moeten verbinden. De Macht van Tien is een manier om onze maatschappij zo te laten communiceren, dat we de gemeenschappelijkheid vinden waar die nodig is, met behoud van het respect voor onze individuele vrijheid. De Macht van Tien kan de stimulans zijn om samen op zoek te gaan naar gemeenschappelijke normen waarbinnen onze individualiteit gewaarborgd blijft.

Een enkele ideoloog zou zich als individu altijd verheven voelen boven de mensheid, omdat dat zo’n ideoloog denkt te kunnen bepalen wat het beste is voor iedereen. Niemand kan bedenken wat goed is voor allen en daarmee het maatschappelijke draagvlak realiseren, dat nodig is om de groeiende complexiteit van onze beschaving in de greep te krijgen. Onze samenleving koerst aan op, of bevindt zich reeds in, een aantal doodlopende straten. We lopen tegen de muur aan het einde van die straat, tenzij we er in slagen terug te keren op onze schreden. Het maakt niet uit of we het hebben over de dominantie van de financiële wereld, het tekort aan fossiele brandstoffen of de bevolkingsgroei. Het maakt niet uit of we het hebben over de ontbossing, het broeikaseffect of het leegvissen van de oceanen. Het zijn allemaal doodlopende straten, waar we alleen uit kunnen komen, als we het maatschappelijke draagvlak vinden om wezenlijk andere beslissingen te nemen. Dat gaat niet van vandaag op morgen, maar we zullen er wel vandaag over moeten gaan denken. Laten we een begin maken met de dialoog.

De Macht van Tien kan zo’n begin zijn. Zou het niet mooi zijn, als we een maatschappelijke dialoog zouden kunnen opstarten over het ‘En Nu?’, vooral gericht op ‘Waar willen we naartoe?’. We gaan toch niet tóékijken!?